Identiteitscrisis
Ik begin dit blog, niet wetend waar het naartoe gaat. Dat komt omdat ik nu probeer te schrijven, woorden probeer te vinden, die mij inzicht geven in iets waar ik al sinds mijn jeugd mee worstel. Om maar even heel kort door de bocht te gaan weet ik domweg niet wat ik ben, waar ik bij hoor en waar ik me naar zou moeten gedragen. Ik vraag me namelijk al vanaf mijn jeugd af wat ik ben. Ben ik hetero, homo, bi of anders geaard?
Voor wie mij beter kent, of voor degenen die dit blog wel eens heeft doorgespit, zal het geen verrassing meer zijn dat ik op zijn zachtst gezegd een nogal traumatische jeugd heb gehad. Traumatisch omdat ik vanaf mijn geboorte, met de regelmaat van iedere dag, gedurende de eerste 20 jaar van mijn leven, ben blootgesteld aan seksueel misbruik, mishandeling, verwaarlozing en vernedering. Ik kan wel zeggen dat dit mij voor het leven getekend heeft en dat hierdoor onduidelijkheden, vragen en een identiteitscrisis zijn ontstaan. Over die identiteitscrisis en alle daaruit voortvloeiende vragen, wil ik het in dit blog hebben.
Waar te beginnen? Ik heb geen flauw idee. Dus mocht dit artikel niet helemaal (chrono)logisch verlopen, neem het me dan vooral niet kwalijk.
De laatste tijd merk ik aan mezelf dat ik, ondanks dat ik mezelf zo goed als volledig hersteld heb verklaard, dat ik steeds meer worstel met de vraag welk labeltje ik mezelf eigenlijk toe mag kennen. Waar hoor ik bij? Wie ben ik? Wát ben ik? Ik kom er voor mezelf niet uit.
Een tijdje geleden deed er zich een situatie voor waarin iemand iets tegen een ander zei, waarmee hij impliceerde dat ik homoseksueel zou zijn. Hij zei letterlijk; “Nee! Pascal wil liever een dikke piemel! Hij is niet van de kutjes!” Deze persoon zei dit weliswaar in een dronken bui, maar Ik schrok hier enorm van, want hij is een goede vriend en hij zei dit in mijn bijzijn tegen een voor mij relatief onbekend vrouwelijk persoon. De vrouw reageerde hier, om welke reden dan ook heel geschokt op en als een soort van pavlovreactie schoot ik direct in de ontkenningsmodus. “Wie ik? Nee hoor! Écht niet!” was mijn reactie. Die vriend van mij benadrukte dit nog eens door het te herhalen en ik voelde me er heel erg ongemakkelijk bij, want we zaten bij mij in de auto en ik kon eigenlijk niets anders dan het aanhoren en me op het rijden richten. Dit heeft me die avond en de dagen daarna niet meer losgelaten. Sterker nog, het maalt nog steeds door mijn hoofd heen en het roept veel vragen en onduidelijkheden op, waar ik eerder ook al mee rond liep.
Het rare hieraan is nog wel, dat ik direct in de ontkenningsmodus schoot, terwijl diegene wél gelijk had. Ik heb liever seks met mannen dan met vrouwen. Dus puur sprekend over het hebben van seks, gaat mijn voorkeur uit naar mannen. Maar waarom schoot ik dan toch direct in de ontkenningsmodus? Was het omdat de meeste mensen denken, dat als je liever seks hebt met mannen dan met vrouwen, dat je dan ook per definitie homoseksueel bent en zo ja, maakt mij dat dan een minder goed mens of minder goede vriend? Ik denk dat ik direct in de ontkenningsmodus schoot, omdat ik zijn bewering gewoon niet zag aankomen. Feitelijk had hij namelijk gelijk, maar het was een onderwerp dat tussen hem en mij nog niet eerder ter sprake was gekomen. Had hij namelijk gewoon aan mij gevraagd of ik homoseksueel was, dan had ik hem namelijk gewoon een eerlijk antwoord gegeven en gezegd dat ik niet zo zeer homoseksueel ben, maar wel uitsluitend seks met mannen heb in plaats van met vrouwen. Echter, als het gaat om houden van en liefde en relaties, dan is een man bij mij uitgesloten en wil ik uitsluitend een relatie met een vrouw, maar dan zonder de seks.
Maar goed, hij was enorm dronken en er zat ook nog eens een compleet vreemde bij, dus had ik ook niet echt het idee dat dat een goede gelegenheid was om hierover het gesprek aan te gaan. Ik heb het er toen maar bij gelaten en reed zo snel mogelijk naar huis.
Oké, even verder, Als ik terugkijk op mijn volwassen leven, moet ik constateren dat de drie relaties die ik heb gehad, alles behalve normaal zijn verlopen. Om te beginnen was bij ieder van deze relaties de start al ‘fout’. De eerste was met een meisje uit het meisjesinternaat in Zetten. Daar zaten uitsluitend meiden die nergens anders meer terechtkonden omdat ze ontzettend onhandelbaar waren. De tweede relatie vond zijn oorsprong in een afkickcentrum te Ermelo. Ik zat daar voor een gok en softdrugs verslaving en zij zat daar voor een alcoholverslaving en had net de prostitutie verlaten. De laatste relatie ontstond toen ik na een reeks van 5 suïcidepogingen, nog steeds zwaar suïcidaal, gedwongen werd opgenomen op de gesloten afdeling Johannes 5 van psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk te Ermelo. Ik leerde daar een jonge vrouw kennen die daar om dezelfde reden zat als ik.
Maar goed, deze relaties ontwikkelden zich en in alle drie de gevallen gingen we (veel te snel) samenwonen. In het begin was daar de ‘spanning’ van het elkaar verder leren kennen. Daar kwam natuurlijk ook de lichamelijke en seksuele ontdekking van elkaar bij kijken. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik dit best leuk, spannend en opwindend vond in het begin. Ik was tot over mijn oren verliefd en raakte ook zeker opgewonden als we intiem werden met elkaar. Echter, naarmate verliefdheid omsloeg in houden van, merkte ik dat, met name mijn seksuele behoeften binnen deze relaties, drastisch veranderden. Ik merkte dat ik op seksueel vlak eigenlijk helemaal geen behoeften meer had. Wél behandelde ik hen als een prinses. Ik deed alles voor ze, complimenteerde ze met van alles en nog wat, vertelde regelmatig hoeveel ik van ze hield en uitte mijn genegenheid in hele kleine dingetjes zoals een streling over het been of door het haar in de gang van het voorbijlopen. Ik knuffelde en zoende heel graag en masseerde ook regelmatig. Met de manier waarop ik hun lichaam aanraakte, streelde en ‘liefkoosde’, liet ik echt wel merken hoe mooi ik hen vond en hoeveel respect ik voor hen had. Op de een of andere manier deed ik dit op een manier die bij hen de indruk wekte dat ik op meer uit was, terwijl dat juist niet het geval was. Ik wilde hun lichaam bewonderen, verzorgen, liefkozen, maar dan zonder het seksuele aspect.
Het kwam dan ook steeds vaker voor dat ik allerlei smoesjes begon te bedenken om maar niet met elkaar te hoeven vrijen als zij aangaven daar wel behoefte aan te hebben. Ik ging overwerken, waardoor ik vaak laat thuis kwam, ik deed vaak of ik te moe was of ik zei dat ik nog naar een bepaald programma wilde kijken, als zij zei dat ze naar bed wilde. Dit leverde op termijn steeds vaker spanningen op en dat liep dan ook vaak uit op ruzie. Met andere woorden, mijn relaties hebben zwaar te lijden gehad onder mijn gebrek aan seksuele behoeften en verlangens. Iets wat ik mijn voormalige partners zeker niet kwalijk neem.
Sinds mijn laatste relatie, die eindigde in de nacht van 15 op 16 mei 1997, ben ik alleen. Ik heb geen serieuze relaties meer gehad. Niet omdat ik geen liefdevolle relatie wil, maar omdat ik eenzelfde soort relatie, waarin ik uiteindelijk niet aan de seksuele ‘verplichting’ binnen een relatie wilde en kon voldoen.
Hierdoor ontstond er een hoop eenzaamheid en onzekerheid in mijn leven. Ik heb altijd al een enorm minderwaardigheidscomplex gehad en een zelfvertrouwen van – 10, maar door deze 3 mislukte relaties begon ik nog veel meer aan mezelf te twijfelen en begon mezelf af te vragen of ik wel normaal was. Ik heb mezelf ontelbare keren de vraag gesteld wat er toch aan mij mankeerde. Een van de vragen was of ik nu van vrouwen hield of misschien dan tóch van mannen.
“Ik ben in het verleden door zo ontzettend veel mannen en jongens seksueel misbruikt, dat ik daardoor misschien wel homoseksueel ben geworden toch?!“
Ik besloot toen om op onderzoek uit te gaan. Ik schreef me in op datingsitse en vulde bij de vraag; “Wat is je seksuele geaardheid?” in, dat ik bi-seksueel was. Niet dat ik vind of denk dat ik dat ben, maar omdat ik op die manier, zowel door vrouwen als mannen benaderbaar was. Ik kreeg echt wel wat reacties. Ik was toen nog redelijk jong (begin 30 à 31) en zag er ook nog redelijk uit. Niet zo dik, lelijk en vadsig als nu. Ik reageerde in het begin aanzienlijk minder op vrouwelijke profielen dan op mannelijke, als ze mij benaderden. Ik wilde namelijk onderzoeken of ik dan misschien tóch homoseksueel zou zijn. Al snel raakte ik in gesprek met mannen en al net zo snel merkte ik dat ik van de gesprekken, hoe leuk, lief, vriendelijk of aardig een man ook was, dat ik daar niet koud of warm van werd. Pas als het gesprek wat meer de seksuele kant op ging, merkte ik dat ik geprikkeld werd en dat ik daar opgewonden door raakte. Misschien gewoon omdat het ‘nieuw’ was. Nieuw in de zin van dat er nu iets seksueels tussen mij en een man zou kunnen plaatsvinden op vrijwillige basis.
Uiteindelijk bleek dat ik het met mannen wél ‘fijn’ vond om seksueel contact te hebben. Wat mij direct al opviel aan de seksuele contacten die ik toen had, was dat ik totaal geen romantische gevoelens had voor de mannen waar ik contact mee had. Zoenen, strelen, masseren, bewonderen en knuffelen… eigenlijk alles wat ik met vrouwen juist wél heel graag deed, dat wilde en deed ik met deze mannen helemaal niet. Sterker nog, ik kreeg er koude rillingen van over mijn lijf als een man dat bij mij probeerde te doen of als men dat van mij verwachtte. Achteraf bezien, was het juist zo dat de enige ‘rolverdeling’ waar ik me tijdens zo’n date wél goed bij voelde, dat die eigenlijk een copy was van de rolverdeling zoals vroeger. Veel dwang en geweld voerden de boventoon. Eerst kennismaken of een ontspannen gesprekje was er niet bij. Ik werd altijd direct van mijn kleding ontdaan en op mijn knieën gedwongen of op mijn buik op een bed, op de grond of op een tafel neergesmeten. Het ging er allemaal heel ruw en hardhandig aan toe en er werd, net als vroeger, geen rekening gehouden met wat ik eventueel wilde of wat mij fijn leek. Er werd niet eens naar gevraagd. Men deed me constant veel pijn en schold me voor van alles uit. Ik zal je de vulgaire taal besparen. Ook werden er geen voorbehoedsmiddelen gebruikt en als ik erover begon dan reageerde men niet of zei me dat ik niks te vertellen en in te brengen had. Ondanks dat dít de manier was hoe het eraan toeging, bleef ik met dit soort mannen sfspreken. Ik merkte op een gegeven moment zelfs dat ik er naar ging verlangen. Ik sprak steeds vaker af met mannen en uiteindelijk raakte ik verzeild op duistere bijeenkomsten op parkeerplaatsen langs de snelweg of in donkere achteraf kamertjes, waar dominante en sadistische mannen mij dagenlang achtereen misbruikten.
Naast het contact met mannen, heb ik in die periode ook wel pogingen gedaan om met vrouwen te daten. Ik genoot enorm van de eerste afspraakjes. We kleststen gezellig, vertelden elkaar wat oppervlakking over hobbie’s en andere leuke dingen en uiteindelijk werd er dan ook gezoend en geknuffeld. Echter, iedere keer als ik ook maar iets van seksuele spanning begon te ervaren, sloeg bij mij de angst en onzekerheid toe. Mijn lichaam liet me merken dat ik heus heel graag verder wilde gaan dan alleen wat zoenen en knuffelen, maar in mijn hoofd zag ik de donkere wolken al weer hangen. “Straks, als dit zich verder ontwikkeld, is het weer voorbij en raak ik haar weer kwijt door het ontbreken van mijn behoefte om met haar te vrijen.” Deze en talloze andere gedachten schoten dan direct door mijn hoofd heen, waardoor ik wéér een hele lieve vrouw niet durfde toe te laten. Het kwam er gewoon niet meer van. Té bang om weer een relatie naar de klote te helpen en eenzaam, verdrietig en alleen over te blijven. Uiteindelijk ging ik dan ook weer naar huis en uit frustratie kroop ik dan weer achter mijn computer om te zien of ik nog door mannen benaderd was. Daarbij hoefde ik namelijk niet bang te zijn voor de gevoelens van eenzaamheid en verdriet omdat ik daar geen lange termijn verwachtingen wensen bij had. Er waren namelijk altijd wel mannen die seks met mij wilde. Vaak had ik diezelfde dag of avond nog een seksdate waar ik weer tot op het bot vernederd, mishandeld en misbruikt werd, waardoor ik me vreemd genoeg tóch een soort van ‘nuttig’ voelde, ondanks dat de mannen waar ik mee was, totaal geen respect toonde voor mij of mijn lichaam.
Nadat ik een aantal jaren, met zowel vrouwen als mannen gedatet had, kwam ik tot de conclusie dat ik nu eigenlijk met nog meer vragen zat dan voordat ik hier aan begon. Ik had wel antwoord gekregen op een aantal vragen, maar die maakten het voor mij enorm moeilijk en ingewikkeld, als het ging over een monogame en duurzame relatie in de toekomst. Iets waar ik eigenlijk heel erg naar verlang.
Ik was er voor mezelf namelijk wel uit dat ik absoluut geen intieme liefdesrelatie met mannen wilde, want ik voelde nu eenmaal niets romantisch voor mannen. Dat in tegenstelling tot mijn gevoelens voor vrouwen. Ik kon wél echt verliefd zijn op vrouwen en ik voel zéér zeker romantische gevoelens voor vrouwen. Echter, aan het seksuele had ik geen behoeften als het om vrouwen ging, maar juist wel weer bij mannen. Eindconclusie is dus dat ik eigenlijk met minstens zo veel vragen zat als voordat ik op onderzoek uit was gegaan.
Maar goed, mijn eerder aangehaalde titel ‘Identiteitscrisis’, heeft niet alleen betrekking op relaties. Wederom verwijs ik even terug naar mijn verleden en dan met name naar de periode van mijn 13e tot en met mijn 18e jaar. In die periode werd ik o.a. seksueel misbruikt door een mentor. Hele ‘rare’, en in mijn beleving, verknipte bijkomstigheid was dat hij me vanaf de eerste keer dat hij me misbruikte, tot meisje omtoverde. Hij wist mij geestelijk zo te manipuleren en indoctrineren, dat ik het zelf in no-time normaal ging vinden dat hij mij geen Pascal meer noemde, maar Claudia en dat ik geen jongenskleding meer van hem kreeg, maar uitsluitend meisjeskleding. Ik heb hierover ooit een gedicht geschreven.
Wat mij opvalt als ik terug kijk op mijn leven, is dat ik mezelf nooit écht mannelijk heb gevoeld en/of heb gedragen. Nee, wacht even! Ik heb me juist enorm mannelijk proberen te gedragen, maar dat was achteraf bezien, meer om niet als ‘mietje’, ‘watje’ of ‘sissiy’ beoordeeld te worden. Hierdoor zou ik namelijk ‘kwetsbaar’ zijn en mijn verleden had wel aangetoond waar dat toe kon leiden. Ik heb dus nooit écht het gevoel gehad dat ik een échte man ben geweest. Niet voor mezelf en niet voor de vrouwen waarmee ik een relatie heb gehad.
Verder ben ik helemaal niet van al dat mannelijke. Allerlei typische mannensporten zoals voetbal, formule 1, darten en meer van dat soort dingen, vind ik allemaal geen zak aan. Ik snap ook niet waarom mannen om mij heen dat wél helemaal het einde vinden. Het over ‘blote wijven’ hebben en er seksistische grappen over maken vind ik ook echt geen reet aan. Ik heb het wel gedaan en soms lach ik nog steeds heel schaapachtig als een vriend of andere man een dergelijke grap maakt, maar wederom om maar niet uit de toon te vallen. Zuipen met mannelijke vrienden. Ik moet er niet aan denken! Bepaalde typische film genre’s voor mannen zoals James bond, The fast and the Furious reeks, films als Fightclub en The Hangover, vind ik allemaal geen moer aan terwijl mannen die ik ken deze films tot in den treuren kijken. Ik weet niet wat dat is. Ik heb me nooit een typische of échte man gevoeld en zal het ook nooit gaan voelen. Ik kijk veel liever naar romantische comedy’s of sitcoms en dan met name sitcoms waarin het op een leuke manier om een liefdevol gezin draait. ‘My wife & kids’ en ‘Last man standing’ zijn hier een heel goed voorbeeld van. Of de serie ‘Vrienden voor het leven’. Tijdens het kijken naar een film of leuke scéne uit een sitcom, rollen de tranen ook regelmatig over mijn wangen. Nee, niet als er mannen bij zijn, dan houd ik mezelf wel in bedwang, maar als ik alleen ben, dan vloeien de tranen als een echte waterval omdat ik in mijn hart zelf zo verlang naar een liefdevolle relatie en gezin.
Ik kan ook weer niet zeggen dat ik me vrouwelijk voel. Als ik alleen al naar mezelf kijk, dan is daar niets vrouwelijks aan te ontdekken. Het enige ‘vrouwelijke’ aan mij is, dat ik mijn hele leven lang al vrouwenondergoed draag. Nee, nee, nee! Laat die gedachte die je nu (misschien) hebt maar gelijk weer los. Voor mij is het dragen van vrouwenondergoed net zo normaal en niet seksueel opwindend als voor een man die mannenondergoed draagt en voor een vrouw die vrouwenondergoed draagt. Niets seksueels dus. Ik draag namelijk al vanaf mijn 13e jaar vrouwenondergoed. In eerste instantie omdat ik ertoe gedwongen werd door mijn mentor en zijn vele ‘vrienden’, maar de hoofdreden hiervoor is, omdat ik van het dragen mannenondergoed gewoon écht niet aan kan. Doe ik dit wel dan heb ik hier nog dagenlang dissociatieve klachten door. De oorzaak hiervan is dat ik in de periode van mijn 13e tot en met mijn 18e jaar, dagelijks gedragen onderbroeken en sokken van jongens en mannen in mijn mond gepropt kreeg om mijn geschreeuw te dempen als men mij met z’n allen verkrachtte. Om zéér ongemakkelijke situaties te voorkomen draag ik wel ondergoed voor mannen, maar uitsluitend als ik naar de huisarts, het ziekenhuis of naar de fysio moet. Dit om te voorkomen dat men mij als ‘ziek in mijn hoofd’ of pervers gaat bestempelen. Het is gewoon zo enorm veel gedoe om dat aan mensen uit te leggen. Daar komt bij, dat de een het misschien wel zal begrijpen en de ander daarentegen helemaal niet. Ik moet eerlijk bekennen dat dit vaak heel veel stress op levert. Ik kan mijn was niet gewoon te drogen hangen of ik ben bang dat mensen zomaar uit het niets ineens een kast of wat dan ook open trekken en dit dan zien liggen. Ik vrees ook de dag dat ik onverhoopt ooit in het ziekenhuis zal komen te liggen en ik mijn dochter of vrienden moet vragen om kleding voor mij op te halen thuis.
Ik voel me dus niet écht een vrouw of vrouwelijk, maar ik merk aan mezelf wel dat ik veel vrouwelijke dingen mooi, leuk en interrasant vind en typisch mannelijke dingen juist weer helemaal niet. Zo kijk ik bijvoorbeeld niet direct naar borsten of billen zoals veel mannen dat doen. Als ik een vrouw voorbij zie lopen, kijk ik gelijk naar haar ogen en haar haar. Ook let ik heel erg op de kleding die vrouwen dragen. Ik vind vrouwenkleding écht heel veel mooier dan mannenkleding. De materialen, de variatie, de kleuren en de vorm zijn zo veel vrolijker, leuker, soepeler en van toegevoegde waarde dan mannenkleding. Bij mannen zijn het vaak effen kleuren en dan vaak wit, zwart of donkerblauw. Dat terwijl ik juist zachte kleuren heel mooi vind, maar ook dit draag ik eigenlijk nooit omdat ik bang ben voor kritiek of een veroordeling. Ik ben kleurenblind en kan daardoor veel kleuren niet van elkaar onderscheiden of zeggen welke kleur iets heeft, maar een zachte en goede kleur geel of roze zie ik juist heel goed. Ik vind beiden dan ook prachtig, maar als ik daarmee over straat ga, dan zal het niet lang duren voordat men me voor homo of iets dergelijks uit gaat lopen maken.
Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik mezelf het liefst als vrouw zou kleden, maar om te beginnen heb ik daar helemaal de lichaamsbouw niet voor en verder zou het zoveel gedoe opleveren in mijn leven, dat ik daar niet aan begin. Daar komt bij dat als ik dat zou doen, dat ik dan naar mezelf toe bevestig dat ik niet helemaal helder ben in mijn hoofd en dat zou bovenop alle veroordelingen die ik tóch al naar mezelf toe heb, écht veel te veel zijn. Daarom beperk ik me, als het gaat om vrouwenkleding, dus tot mijn onderkleding.
Ik merk dat ik tijdens het schrijven van deze tekst, heel erg in de war raak. Iedere keer lees ik even terug wat ik geschreven heb en letterlijk iedere keer moet ik het aanpassen omdat ik er dan ineens weer anders over denk, maar ook omdat ik constant bang ben wat jij als lezer hiervan zal vinden. Ik vraag me constant af welke oordelen jij inmiddels al over mij hebt geveld? De meesten die dit lezen ken ik waarschijnlijk niet eens en tegelijkertijd ben ik bang dat jij wel iemand bent die ik ken en misschien niets meer met me te maken wilt hebben, nu je dit allemaal van mij weet.
Sommigen zullen nu misschien denken; “Maar waarom zet je het dan tóch online als dit zoveel angst en spanning oplevert?” Het antwoord daarop weet ik zelf ook niet helemaal zeker, maar een van de redenen is, dat ik zonder het zelf te weten er iemand (die ik ken) is die dit leest en ondanks alles tóch met me in contact blijft.
Wat ik nu zeg klinkt misschien een beetje vreemd, maar ik mag er van buiten dan op z’n zachtst gezegd misschien niet heel mooi en aantrekkelijk uitzien, maar van binnen ben ik denk ik best een fijn mens. Ik ga door het vuur voor mensen die mij dierbaar zijn en ik zal ze nooit bewust pijn doen. Ik ben denk ik ook een goede en trouwe vriend en behandel iedereen met respect. Nee nee, ik denk niet dat ik perfect ben want ik kan ook heus wel eens pissig of chagrijnig zijn, maar wat ik bedoel te zeggen is, dat ondanks alles in dit stuk tekst, ik er geen slechter mens door word als jij opeens weet dat ook deze dingen bij mij horen. Ik verwacht ook niet dat je ineens staat te juichen en alles maar begrijpt. Het enige dat ik hoop is dat je me er niet om veroordeeld en me er niet door laat vallen.